Longembolen zorgen voor een blokkade van de pulmonale arteries. Longembolen worden meestal veroorzaakt door bloedklontertjes welke in de onderste ledematen of in de buik ontstaan en migreren doorheen het hart naar de longen. Daar zorgen ze voor een obstructie van de bloeddoorstroming. Afhankelijk van de ernst kunnen ze zorgen voor klachten zoals pijn op de borst, kortademigheid of soms ook bewustzijnsverlies. Longembolen kunnen levensbedreigend zijn en moeten snel herkend en behandeld worden.
De behandeling bestaat uit bloedverdunning en in zeldzame gevallen levensreddende heelkunde. Risicofactoren voor het ontwikkelen van longembolen of diepe veneuze trombose zijn bvb. immobilisatie, kanker of recente heelkunde. In deze gevallen wordt vaak preventief een bloedverdunner toegediend.