Ernstige aortaklepstenose wordt meestal behandeld door aortaklepvervanging, hetzij chirurgisch hetzij via percutane weg (TAVI) . In sommige gevallen wordt alleen een ballondilatatie verricht van de aortaklep om het hart te ontlasten. Meestal is dit om het hart te laten recupereren met zicht op latere klepvervanging of om bvb een andere dringende heelkundige ingreep te kunnen ondergaan. Het nadeel van deze techniek is dat de aortaklepstenose meestal terugkomt na een periode van 6 tot 12 maanden. In dat geval moet de klep dan definitief vervangen worden.